Vertaling van bloei

Inhoud:

Nederlands
Portugees
bloei [m], welvarendheid [v], geluk, voorspoed, welstand, welvaart, prosperiteit {zn.}
sucesso
prosperidade
bloeien, floreren {ww.}
florescer
florir
Tulpen zullen snel bloeien.
As tulipas vão florescer logo.
bloeien, floreren, gedijen, tieren, vooruitkomen, welvaren {ww.}
prosperar