Vertaling van bond
Inhoud:
Nederlands
Portugees
bond , liga, verbond, link {zn.}
liga
aliança
aliança
aaneensluiten, binden, verdichten {ww.}
densificar
binden, inbinden {ww.}
encadernar
aansluiten, binden, vastbinden, vastmaken, verbinden {ww.}
atar
ligar
amarrar
ligar
amarrar