Vertaling van bot
Inhoud:
Nederlands
Portugees
bot, cru, grof, onbehouwen, onbewerkt, rauw, ruig, snauwerig {bn.}
agreste
bronco
cru
rude
bronco
cru
rude
bot, dom, onbenullig, schaapachtig, stom, zwakhoofdig {bn.}
estúpido
imbecil
tolo
estulto
lerdo
lorpa
parvo
imbecil
tolo
estulto
lerdo
lorpa
parvo
bot, stomp {bn.}
cego
embotado
obtuso
embotado
obtuso
knop , uitspruitsel, bot {zn.}
renovo
rebento
olho
gomo
broto
botão
rebento
olho
gomo
broto
botão
been , bot , knok , schonk , graat {zn.}
osso
botten, spruiten, uitbotten, uitschieten, uitspruiten {ww.}
soltar botões
rebentar
renovar
gomar
rebentar
renovar
gomar