Vertaling van brand

Inhoud:

Nederlands
Portugees
brand [m], vuurzee {zn.}
incêndio
In geval van brand, bel 119.
Em caso de incêndio, disque 119.
Volgens de krant was er gisteren een grote brand.
Segundo o jornal, houve um grande incêndio na noite passada.
brand [m] {zn.}
incêndio
fogo
combustão
branden, verbranden {ww.}
incinerar
queimar
incendiar
aan zijn, branden {ww.}
queimar
queimar-se
arder
braden, branden, roosteren {ww.}
torrar
tostar
assar
branden, distilleren, overhalen, stoken, destilleren {ww.}
distilar


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Portugees

In geval van brand, bel 119.

Em caso de incêndio, disque 119.

Volgens de krant was er gisteren een grote brand.

Segundo o jornal, houve um grande incêndio na noite passada.


Gerelateerd aan brand

vuurzee - branden - verbranden - aan zijn - braden - roosteren - distilleren - overhalen - stoken - destilleren