Vertaling van brengen
Inhoud:
Nederlands
Portugees
brengen, dragen, voeren, voorhebben {ww.}
levar
carregar
carregar
aandragen, bezorgen, brengen, aanbrengen {ww.}
trazer
besturen, brengen, leiden, geleiden, voeren {ww.}
levar
guiar
conduzir
guiar
conduzir
Teveel stress kan tot een handicap leiden.
Muito estresse pode levar à doença física.
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Portugees
Ik zal u direct de rekening brengen.
Trarei a conta imediatamente.
Dat zal je in gevaar brengen.
Isso vai colocá-lo em risco.
Tom en Mary brengen veel tijd samen door.
Tom e Mary passam muito tempo juntos.
Ik wil een boot die me hier ver vandaan zal brengen.
Eu quero um bote que me leve para longe daqui.
Het was een waar genoegen de avond met een slim, grappig en mooi meisje als jou door te brengen.
Foi um prazer passar a noite com uma garota inteligente, divertida e bonita como você.