Vertaling van buitmaken

Inhoud:

Nederlands
Portugees
buitmaken, behalen, verkrijgen, verwerven {ww.}
arranjar
obter
adquirir
buitmaken, plunderen, roven, stropen {ww.}
roubar
saltear
pilhar


Gerelateerd aan buitmaken

behalen - verkrijgen - verwerven - plunderen - roven - stropen