Vertaling van buurt
Inhoud:
Nederlands
Portugees
buurt , wijk, stadswijk {zn.}
bairro
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Portugees
Ze wonen in de buurt.
Moram perto.
Mijn appartement is in de buurt.
Meu apartamento fica perto daqui.
We wonen in de buurt van een grote bibliotheek.
Nós moramos perto de uma grande biblioteca.
Is er hier een McDonald's in de buurt?
Tem um McDonald's aqui perto?
Heeft u hier ergens in de buurt een bruine portemonnee gezien?
Você viu uma carteira marrom por aqui?
Dat soort dingen moet je niet zeggen als er kinderen in de buurt zijn.
Você não deveria dizer esse tipo de coisa quando há crianças perto.