Vertaling van dalen
Inhoud:
Nederlands
Portugees
dalen, lager worden, naar beneden gaan, zakken {ww.}
abaixar-se
dalen, landen, neerstrijken {ww.}
abordar-se
acostar-se
aterrissar
acostar-se
aterrissar
afslaan, dalen, teruglopen {ww.}
abaixar-se