Vertaling van deel

Inhoud:

Nederlands
Portugees
deel [o], aandeel [o], portie [v], rantsoen [o], taks [m] {zn.}
porção
quantidade
dose
deel [o] {zn.}
parte
fracção
Ze geeft het grootste deel van haar geld uit aan kleren.
Ela gasta a maior parte do seu dinheiro em roupas.
deel [v], dorsvloer [m] {zn.}
eira
deel, gedeelte, onderdeel, stuk, part {zn.}
parte
band [m], deel [o], boekdeel [o], volume {zn.}
volume
tomo
Zet het volume eens wat zachter.
Abaixe o volume, por favor.
afbreken, delen, splitsen, opsplitsen, verdelen {ww.}
dividir
repartir
desmembrar


Gerelateerd aan deel

aandeel - portie - rantsoen - taks - dorsvloer - gedeelte - onderdeel - stuk - part - band - boekdeel - volume - afbreken - delen - splitsen