Vertaling van dicht
Inhoud:
Nederlands
Portugees
dicht, dik, gebonden {bn.}
basto
cerrado
compacto
denso
espesso
cerrado
compacto
denso
espesso
dicht, gesloten, toe {bn.}
fechado
compact, dicht {bn.}
cerrado
compacto
denso
compacto
denso
dichten, dichtmaken, stoppen, toestoppen, verstoppen, volstoppen {ww.}
obstruir
obturar
tampar
tapar
arrolhar
obturar
tampar
tapar
arrolhar
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Portugees
Doe je boek dicht.
Feche seu livro.
Doe de deur dicht als je weggaat.
Feche a porta quando sair.
We wonen dicht bij het station.
Moramos perto da estação.
Mijn huis staat dicht bij de supermarkt.
Minha casa fica perto do supermercado.
Het is gevaarlijk dicht bij het vuur te spelen.
É perigoso brincar em volta do fogo.