Vertaling van dienen

Inhoud:

Nederlands
Portugees
dienen, bedienen, helpen, van dienst zijn {ww.}
ajudar
servir
prestar serviço
Kunt u me helpen?
Você poderia me ajudar?
"Kan iemand mij helpen?" "Ik zal helpen."
"Alguém pode me ajudar?" "Eu posso."
horen, behoren, dienen, moeten, zullen {ww.}
ter que
ter a obrigação
ter de
dever


Gerelateerd aan dienen

bedienen - helpen - van dienst zijn - horen - behoren - moeten - zullen