Vertaling van dieren-
Inhoud:
Nederlands
Portugees
beestachtig, dieren-, dierlijk {bn.}
animal
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Portugees
Paarden zijn dieren.
Os cavalos são animais.
Paarden zijn nuttige dieren.
Os cavalos são animais úteis.
Alle paarden zijn dieren, maar niet alle dieren zijn paarden.
Todos os cavalos são animais, mas nem todos animais são cavalos.
Hij weet veel over dieren.
Ele sabe muito de animais.
In het bos leven wilde dieren.
Animais selvagens vivem na floresta.
Denk je dat dieren een ziel hebben?
Vocês acham que os animais têm alma?
Welke dieren zijn het meest geschikt als huisdier voor kinderen?
Quais animais são os melhores animais de estimação para crianças?