Vertaling van dikwijls
Inhoud:
Nederlands
Portugees
dikwijls, gedurig, menigmaal, vaak, veel, veelal, veeltijds {bw.}
amiúde
frequentemente
freqüentemente
muitas vezes
frequentemente
freqüentemente
muitas vezes
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Portugees
Wij spelen dikwijls schaak.
Frequentemente jogamos xadrez.
Hij gaat dikwijls te voet naar school.
Ele frequentemente caminha até a escola.
Ik heb het je dikwijls gezegd.
Eu te contei várias vezes.
Als kind ging ik dikwijls vissen met mijn vader.
Quando criança, ia muitas vezes pescar com o meu pai.