Vertaling van dom
Inhoud:
Nederlands
Portugees
dom , kathedraal {zn.}
catedral
bot, dom, onbenullig, schaapachtig, stom, zwakhoofdig {bn.}
estúpido
imbecil
tolo
estulto
lerdo
lorpa
parvo
imbecil
tolo
estulto
lerdo
lorpa
parvo
flauw, dom, onnozel, simpel, stompzinnig {bn.}
estúpido
imbecil
tolo
imbecil
tolo
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Portugees
Je bent echt niet dom.
Realmente, você não é burro.
Het volk daar is niet zo dom.
As pessoas de lá não são tão bobas.
Ik was dom genoeg om het te geloven.
Fui tão estúpida a ponto de acreditar.