Vertaling van echt

Inhoud:

Nederlands
Portugees
echt [m], echtverbintenis [v], huwelijk, huwelijkse staat {zn.}
matrimônio
casamento
echt [m], echtverbintenis [v], huwelijk [v] {zn.}
matrimônio
matrimónio
echt, inderdaad, naar waarheid, waarachtig, waarlijk, werkelijk {bw.}
deveras
na realidade
na verdade
verdadeiramente
echt, eigenlijk, heus, waar, waarachtig {bn.}
verdadeiro
verídico
vero
authentiek, echt {bn.}
autêntico
echten, legitimeren {ww.}
legitimar
legalizar


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Portugees

Echt?

Sério?

Neen, niet echt.

Não, nem por isso.

Bestaan spoken echt?

Fantasmas existem de verdade?

Hij houdt echt van voetbal.

Ele adora futebol.

Het feestje was echt leuk.

A festa foi muito divertida.

Ik wil echt een moto.

Eu quero mesmo uma moto.

Je bent echt niet dom.

Realmente, você não é burro.

Kan je echt niet zwemmen?

É verdade que você não sabe nadar?

Die das zit je echt goed.

Essa gravata cai muito bem em você.

Dat is niet echt een verrassing toch?

Não é tão surpresa assim, não é?

Hij wil echt een nieuwe motor kopen.

Ele realmente quer comprar uma moto nova.

Ik versta deze opgave echt niet.

Eu realmente não entendo este problema.

Ik hou echt van de Franse keuken.

Eu gosto mesmo de comida francesa.

Eh, nou is het echt raar...

Hmm, agora está realmente estranho...

Je hebt echt de verkeerde prioriteiten.

Você realmente não tem as prioridades corretas!