Vertaling van eenvoudig

Inhoud:

Nederlands
Portugees
eenvoudig, gemeenzaam, gemoedelijk, zonder plichtplegingen {bn.}
à vontade
sem cerimônia
eenvoudig, enkelvoudig, simpel {bn.}
simples
singelo
eenvoudig, naïef, ongekunsteld {bn.}
honesto
leal
natural
eenvoudig, eenvoudig van geest {bn.}
cândido
ingênuo


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Portugees

Hij leefde een eenvoudig leven.

Ele viveu uma vida simples.

Behalve dan dat het hier niet zo eenvoudig is.

Exceto que aqui não é tão simples assim.

Ik kan haar dat nu niet zeggen. Dat is niet zo eenvoudig meer.

Eu não posso contar a ela agora. Não é mais tão simples.