Vertaling van eerlijk

Inhoud:

Nederlands
Portugees
dapper, eerlijk, vriendelijk, braaf {bn.}
animoso
bravo
corajoso
honesto
leal
valente
valoroso
openhartig, onverbloemd, oprecht, recht voor zijn raap, rechtuit, eerlijk {bn.}
aberto
direto
franco
honesto
degelijk, eerlijk, eerzaam, fatsoenlijk, net {bn.}
honesto


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Portugees

Een man moet eerlijk zijn.

Um homem deve ser honesto.

We veronderstellen dat Tom eerlijk is.

Consideramos que Tom seja honesto.

Een eerlijk man steelt nooit geld.

Um homem honesto nunca rouba dinheiro.

Ik denk dat hij een eerlijk iemand is.

Acho que ele é um homem honesto.

Voor zover ik weet is hij een eerlijk man.

Pelo que eu sei, ele é um homem honesto.

Om eerlijk te zijn, ik verveel me rot.

Para falar a verdade, estou no maior tédio.