Vertaling van eten

Inhoud:

Nederlands
Portugees
eten [o], maal, maaltijd {zn.}
comida
refeição
Ze hadden geen eten.
Eles não tinham comida.
Hou je van heet eten?
Você aprecia comida apimentada?
eten [o], etenswaar [v], gerecht, spijs {zn.}
alimento
Zit er vlees in dit eten?
Este alimento contem carne?
bikken, gebruiken, eten, vreten, nuttigen {ww.}
comer
Kan ik eten?
Posso comer?
Wanneer kunnen we eten?
Quando podemos comer?


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Portugees

Termieten eten hout.

Os cupins comem madeira.

Amerikanen eten veel vlees.

Estado-unidenses comem um monte de carne.

Kan ik eten?

Posso comer?

Laten we sushi eten.

Comamos sushi.

Wanneer kunnen we eten?

Quando podemos comer?

Kan ik dit eten?

Posso comer isto?

Ze hadden geen eten.

Eles não tinham comida.

Wat eten we vanavond?

O que vamos comer hoje à noite?

Eekhoorntjes eten hazelnoten.

Os esquilos comem avelãs.

Ze eten veel rijst.

Eles comem muito arroz.

Ik wil vanavond pizza eten.

Quero comer pizza esta noite.

Hou je van heet eten?

Você aprecia comida apimentada?

Waar zullen we vanavond eten?

Onde vamos comer esta noite?

Heb je iets te eten?

Você tem alguma coisa para comer?

Ja mag hier niet eten.

Você não pode comer aqui.


Gerelateerd aan eten

maal - maaltijd - etenswaar - gerecht - spijs - bikken - gebruiken - vreten - nuttigen