Vertaling van fatsoenlijk
Inhoud:
Nederlands
Portugees
behoorlijk, fatsoenlijk, naar behoren, netjes, passend {bw.}
como é justo
como se deve
decentemente
como se deve
decentemente
behoorlijk, betamelijk, fatsoenlijk, keurig, voegzaam, welvoeglijk {bn.}
conveniente
decoroso
próprio
decoroso
próprio
degelijk, eerlijk, eerzaam, fatsoenlijk, net {bn.}
honesto