Vertaling van flauw
Inhoud:
Nederlands
Portugees
flauw, dom, onnozel, simpel, stompzinnig {bn.}
estúpido
imbecil
tolo
imbecil
tolo
flauw, lijzig, loom, lusteloos, slap, sloom, traag, vadsig {bn.}
lento
vagaroso
lerdo
tardo
moroso
vagaroso
lerdo
tardo
moroso
bewusteloos raken, bezwijmen, in zwijm vallen, flauwvallen, zwijmen {ww.}
desmaiar
esvanecer
desfalecer
esvanecer
desfalecer