Vertaling van gebonden

Inhoud:

Nederlands
Portugees
gebonden, niet vrij, onvrij {bn.}
amarrado
dicht, dik, gebonden {bn.}
basto
cerrado
compacto
denso
espesso
aaneensluiten, binden, verdichten {ww.}
densificar
binden, inbinden {ww.}
encadernar
aansluiten, binden, vastbinden, vastmaken, verbinden {ww.}
atar
ligar
amarrar


Gerelateerd aan gebonden

niet vrij - onvrij - dicht - dik - aaneensluiten - binden - verdichten - inbinden - aansluiten - vastbinden - vastmaken - verbinden