Vertaling van gebrek

Inhoud:

Nederlands
Portugees
gebrek [o], ondeugd {zn.}
vício
perversão
armoede [v], gebrek [o] {zn.}
pobreza
afwezigheid [v], euvel [o], gebrek [o], tekortkoming [v], gemis, tekort, manco, mankement {zn.}
falha
falta
carência
beschadiging [v], defect [o], gebrek [o] {zn.}
dano
estrago
avaria


Gerelateerd aan gebrek

ondeugd - armoede - afwezigheid - euvel - tekortkoming - gemis - tekort - manco - mankement - beschadiging - defect