Vertaling van gek

Inhoud:

Nederlands
Portugees
belachelijk, gek, lachwekkend, mal, ridicuul, zot {bn.}
ridículo
risível
eigenaardig, gek, raar, vreemd, vreemdsoortig, wonderlijk {bn.}
estranho
esquisito
excêntrico
caprichoso
singular
original
dol, dolzinnig, gek, krankzinnig, stapel, uitzinnig, waanzinnig {bn.}
insano
louco
bezetene [m], gek [m], krankzinnige, mafkees {zn.}
louco
Ben je gek?
Você é louco?
Hij is niet gek.
Ele não está louco.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Portugees

Ben je gek?

Você é louco?

Je bent gek.

Você é doida.

Hij is niet gek.

Ele não está louco.

Ik was gek op taart.

Eu adorava bolo.

Het is gezond om gek te zijn.

É saudável ser maluco.

Hou je me voor de gek?

Você está brincando comigo?

Ik denk dat ik gek word.

Acho que estou ficando doido.

De meeste mensen denken dat ik gek ben.

A maioria das pessoas acha que eu estou louco.