Vertaling van geloven

Inhoud:

Nederlands
Portugees
geloven, houden voor, menen {ww.}
acreditar
crer
Ik kan het moeilijk geloven.
Mal posso acreditar.
Het is moeilijk te geloven.
É difícil de acreditar.
achten, geloven, van mening zijn, vinden {ww.}
opinar
ser de opinião
julgar


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Portugees

Ik kan het moeilijk geloven.

Mal posso acreditar.

Het is moeilijk te geloven.

É difícil de acreditar.

Christenen geloven in Jesus Christus.

Os cristãos acreditam em Jesus Cristo.

Sommigen geloven dat zeven een geluksgetal is.

Algumas pessoas acreditam que sete é um número de sorte.

Sommigen geloven dat zeven een geluksgetal is.

Alguns acreditam que sete é um número de sorte.

Ik kan mijn ogen niet geloven.

Eu não consigo acreditar no que estou vendo.

Sommige mensen geloven in God en andere mensen niet.

Algumas pessoas creem em Deus e outras não.

Iedereen heeft iets nodig om in te geloven.

Todo mundo precisa acreditar em algo.

Ik was dom genoeg om het te geloven.

Fui tão estúpida a ponto de acreditar.

Ik kan niet geloven dat je foto's van kakkerlakken aan het maken bent.

Não acredito que você está fotografando baratas.

Ik kan niet geloven dat je al je geld gaat weggeven.

Eu não acredito que você vai dar todo seu dinheiro.

Het heeft geen zin te doen alsof om mij te laten geloven dat ik dingen geloof die jij niet gelooft!

Não há porque fingir para me fazer acreditar que eu acredito em coisas que você não acredita!

De moslims geloven slechts in Allah als de ene god en in Mohammed als de laatste profeet.

Os muçulmanos creem apenas em Alá como o único deus e em Maomé como último profeta.


Gerelateerd aan geloven

houden voor - menen - achten - van mening zijn - vinden