Vertaling van gemaakt
estabelecer
pruzir
engendrar
compor
cometer
confeccionar
executar
formar
instituir
criar
restaurar
reparar
Voorbeelden in zinsverband
Wat heeft Jean gemaakt?
Que fez Jean?
Hij heeft geen fout gemaakt.
Ele não fez nada errado.
Wie heeft de sneeuwpop gemaakt?
Quem fez o boneco de neve?
Meel wordt van tarwe gemaakt.
Farinha é feita a partir do trigo.
Ik heb veel vrienden gemaakt.
Eu fiz muitas amigas.
Deze kaas is gemaakt van schapenmelk.
Esse queijo é feito de leite de ovelha.
Bill heeft me een mooie jurk gemaakt.
O Bill fez-me um bonito vestido.
Ik heb een slappe suikeroplossing gemaakt.
Preparei uma solução fraca de açúcar e água.
Ik moet ergens een fout gemaakt hebben.
Eu devo ter cometido um erro em algum lugar.
Ik heb een foto van haar gemaakt.
Eu fiz uma foto dela.
Deze foto heb ik vorige week gemaakt.
Eu tirei essa foto uma semana atrás.
Ik zal wel een fout gemaakt hebben.
Devo ter cometido um erro.
Haar moeder heeft haar gemaakt tot wat ze is.
A mãe dela foi quem a transformou no que ela é.
Ik denk dat je een fout hebt gemaakt.
Eu acho que você cometeu um erro.
Ik heb een grove fout gemaakt bij de keuze van mijn vrouw.
Cometi um grande erro na escolha da minha esposa.