Vertaling van gesticht

Inhoud:

Nederlands
Portugees
inrichting [v], gesticht, instituut, kostschool {zn.}
instituto
aandoen, aanrichten, stichten, teweegbrengen, veroorzaken {ww.}
produzir
ser causa de
causar
baseren, funderen, grondvesten, stichten, vestigen {ww.}
fundar
instalar
estabelecer
inrichten, oprichten, stichten, vestigen {ww.}
estabelecer
stichten {ww.}
edificar