Vertaling van glans

Inhoud:

Nederlands
Portugees
schittering [v], glans, schijn [m], pracht {zn.}
luzeiro
brilho
glanzen, glazuren, verglazen {ww.}
vidrar
envernizar
glanzen {ww.}
brunir
lustrar
abrilhantar
blinken, glanzen, schijnen, schitteren {ww.}
fulgir
luzir
brilhar


Gerelateerd aan glans

schittering - schijn - pracht - glanzen - glazuren - verglazen - blinken - schijnen - schitteren