Vertaling van goed

Inhoud:

Nederlands
Portugees
goed, goede {zn.}
bem
Hij speelt zeer goed.
Ele joga muito bem.
Ze zingt heel goed.
Ela canta muito bem.
goed, juist, recht {bn.}
afinado
correcto
correto
exacto
exato
preciso
goed, okee {bn.}
bom
goed, nu goed {bw.}
bem
boerderij [v], goed [o], landgoed [o], bezitting [v] {zn.}
roça
terras
propriedade
granja
fazenda
domínio
bens de raiz
bezit [o], bezitting [v], eigendom [o], goed, vermogen {zn.}
propriedade
possessão
kleding [v], goed [o], kleren {eigenn.}
roupas
afgesproken, akkoord, goed, in orde, okee, top {bw.}
de acordo
correct, goed, juist, zuiver {bn.}
correcto
correto


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Portugees

Hij speelt zeer goed.

Ele joga muito bem.

Dit is goed vlees.

Isto é carne boa.

Loopt je horloge goed?

O seu relógio está correto?

Groen staat Alice goed.

Alice fica bem de verde.

Dit smaakt goed.

Isto é gostoso.

Ze zingt heel goed.

Ela canta muito bem.

Gestolen goed gedijt niet.

Adquirido ilegalmente não é proveitoso.

Je bent vrij goed.

Você é muito bom.

Ik speel goed tennis.

Eu sou bom em tênis.

Groen staat je goed.

Você fica bem de verde.

Ik heb goed advies nodig.

Preciso de conselhos bons.

Zij speelt zeer goed piano.

Ela toca piano muito bem.

Iedereen spreekt goed over hem.

Todos falam bem dele.

Tom kan best goed tennissen.

Tom sabe jogar tênis até que bem.

Hij spreekt zeer goed Engels.

Ele fala muito bem o inglês.


Gerelateerd aan goed

goede - juist - recht - okee - nu goed - boerderij - landgoed - bezitting - bezit - eigendom - vermogen - kleding - kleren - afgesproken - akkoord