Vertaling van goedkeuren
Inhoud:
Nederlands
Portugees
bijval , fiat , goedkeuring , instemming, goedkeuren {zn.}
aprovação
aplauso
aplauso
fiatteren, goedvinden, sanctioneren, goedkeuren, het eens zijn, overeenstemmen, samengaan, accorderen, stroken, bijeenpassen, rijmen, kloppen {ww.}
estar de acordo
acordar
acordar
beamen, billijken, goedkeuren, toestemmen {ww.}
deferir
aprovar
assentir
aplaudir
aprovar
assentir
aplaudir