Vertaling van groot

Inhoud:

Nederlands
Portugees
groot {bn.}
grande
magno
maiúsculo
breedvoerig, groot, royaal, ruim, uitgebreid, uitgestrekt, wijd {bn.}
amplo
espaçoso
extenso
grande
lato
dresseren, grootbrengen, kweken, opleiden, opvoeden {ww.}
educar
criar


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Portugees

Deze honden zijn groot.

Estes cães são grandes.

Zijn ze groot?

Elas são altos?

Uw vader is groot.

Seu pai é alto.

Dat huis is groot.

Aquela casa é grande.

Het is te groot.

É muito grande.

Dit is te groot.

Isto é grande demais.

Omdat het te groot is.

Porque é grande demais.

China is een groot land.

A China é um país grande.

John erfde een groot fortuin.

Juan herdou uma grande fortuna.

Tom heeft een groot probleem.

Tom tem um problemão.

Dit is allemaal een groot misverstand.

É tudo um grande mal-entendido.

België is niet zo groot als Frankrijk.

A Bélgica não é tão grande quanto a França.

Hij en ik zijn bijna even groot.

Ele e eu somos quase da mesma altura.

Rusland is een erg groot land.

A Rússia é um país muito grande.

Ik ben net zo groot als Tom.

Sou tão alto quanto Tom.


Gerelateerd aan groot

breedvoerig - royaal - ruim - uitgebreid - uitgestrekt - wijd - dresseren - grootbrengen - kweken - opleiden - opvoeden