Vertaling van haal

Inhoud:

Nederlands
Portugees
haal, schrap, schreef, streek, streep {zn.}
risco
traço
risca
haal, teug, trek {zn.}
tiragem
tração
tirada
halen, inslaan, raken, teisteren, treffen {ww.}
atingir
dar no alvo
acertar
betrekken, halen, laten komen, ontbieden {ww.}
ir buscar
mandar buscar
fazer vir
slagen, halen {ww.}
triunfar
passar


Gerelateerd aan haal

schrap - schreef - streek - streep - teug - trek - halen - inslaan - raken - teisteren - treffen - betrekken - laten komen - ontbieden - slagen