Vertaling van hard
Inhoud:
Nederlands
Portugees
hard, onzacht, stug {bn.}
duro
hard, pijnlijk {bn.}
doloroso
cruel
cruel
hard, luid {bn.}
alto
forte
forte
gauw, hard, in allerijl, schielijk, snel, vlug {bw.}
depressa
bar, duchtig, hard, straf, streng, zwaar {bn.}
austero
rígido
rigoroso
severo
rígido
rigoroso
severo
doorstaan, dulden, harden, uithouden, uitstaan, verdragen {ww.}
suportar
agüentar
agüentar
Verdragen kan onverdraaglijk zijn.
Suportar pode ser insuportável.
harden, stalen, temperen {ww.}
enrijar
temperar
endurecer
temperar
endurecer
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Portugees
Je moet hard leren.
Você deve estudar com força.
Je werkt te hard.
Você dá muito duro no trabalho.
Je werkt hard.
Você trabalha com muito afinco.
Ze werkte hard.
Ela trabalhou duro.
Je werkt te hard, doe het een tijdje rustig aan.
Você está se esforçando demais. Pegue leve por um tempo.
Het leven is hard, maar ik ben harder.
A vida é dura, mas eu sou mais ainda.
Ik had de hele dag hard gewerkt, en dus was ik heel moe.
Trabalhei duro o dia todo, então estava muito cansado.