Vertaling van hebben
Voorbeelden in zinsverband
Hebben jullie geen dorst?
Vocês não estão com sede?
We hebben geld nodig.
Precisamos de dinheiro.
We hebben geen suiker.
Não temos nem um pouco de açúcar.
Wij hebben genoeg tijd.
Temos tempo suficiente.
We hebben geen suiker.
Não temos açúcar.
We hebben veel tijd.
Nós temos muito tempo.
We hebben geen suiker.
Não temos açúcar.
We hebben twee oren.
Nós temos duas orelhas.
Vogels hebben vleugels.
Pássaros têm asas.
Hoeveel pennen hebben jullie?
Quantas canetas você tem?
We hebben twee kinderen.
Temos duas crianças.
Japanners hebben donkere ogen.
Os japoneses têm olhos escuros.
Spanjaarden hebben twee achternamen.
Espanhóis têm dois sobrenomes.
iPhones hebben capacitieve aanraakschermen.
iPhones têm telas sensíveis ao toque do tipo capacitivo.
We hebben honger.
Nós estamos com fome.