Vertaling van heet

Inhoud:

Nederlands
Portugees
heet, warm, warmpjes {bw.}
calorosamente
geil, welig, heet, opgewonden {bn.}
cheio de tesão
com tesão
excitado
gloeiend, heet, smoorheet, snikheet {bn.}
ardente
forgoso
heten, noemen, benoemen, uitmaken voor {ww.}
denominar
nomear
chamar
gelden, heten, doorgaan, zich aanstellen {ww.}
fingirafekto
afectar

Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Portugees

Ik heet Jack.

Meu nome é Jack.

Het was heet gisteren.

Estava calor ontem.

Het was heet gisteren.

Estava calor ontem.

Hoe heet deze straat?

Qual é o nome desta rua, por favor?

Ik heet Andrea.

Eu me chamo Andréa.

Het is hier erg heet.

Está muito quente aqui.

Dit liedje heet "Only You".

Esta música se chama "Só Você".

Hou je van heet eten?

Você aprecia comida apimentada?

Hoe heet deze groente in het Engels?

Como se chama este legume em inglês?

Mag ik vragen hoe u heet?

Posso perguntar teu nome?

Weet je niet hoe hij heet?

Não sabes o nome dele?

Ik las dat de president van Brazilië een vrouw is. Ze heet Dilma.

Eu li que o presidente do Brasil é uma mulher. Ela se chama Dilma.

Ik las dat de president van Brazilië een vrouw is. Ze heet Dilma.

Eu li que o presidente do Brasil é uma mulher. Ela se chama Dilma.