Vertaling van helpen
assistir
socorrer
auxiliar
servir
prestar serviço
Voorbeelden in zinsverband
"Kan iemand mij helpen?" "Ik zal helpen."
"Alguém pode me ajudar?" "Eu posso."
Kan ik helpen?
Posso dar uma mãozinha?
Kunt u me helpen?
Você poderia me ajudar?
Kom ons helpen.
Venha e nos ajude.
Zal je hen helpen?
Você vai ajudá-las?
Kan ik u helpen?
Posso te ajudar de alguma forma?
Kan ik u helpen?
Quer ajuda?
Taro, kun je mij helpen?
Taro, dás-me uma ajuda?
Je moet je vader helpen.
Você deveria ajudar o seu pai.
Ik kan je onmogelijk helpen.
Para mim, é impossível ajudar você.
Ik vroeg Mike om me te helpen.
Pedi a Mike que me ajudasse.
Hij heeft aangeboden me te helpen.
Ele se ofereceu para ajudar.
Hij zei dat hij mij wou helpen.
Ele disse que me ajudaria.
Ik verwacht dat hij ons zal helpen.
Espero que ele nos ajude.
Ik moest hem helpen met het huishoudelijk werk.
Precisei ajudar com o serviço doméstico.