Vertaling van hoe gaat het

Inhoud:

Nederlands
Portugees
aangaan, denderen, rommelen, rumoeren, te keer gaan, leven maken, lawaai maken {ww.}
fazer barulho
farfalhar
aanflitsen, aanfloepen, aangaan, ontbranden {ww.}
começar a queimar
dichtgaan, sluiten, toegaan, toegroeien, toevallen, zich sluiten {ww.}
fechar-se
binnengaan, binnenlopen, ingaan {ww.}
entrar
Het is ons gebruik om onze schoenen uit te doen voor we het huis binnengaan.
É nosso costume tirar os sapatos antes de entrar na casa.
aangaan, betreffen, gelden, raken {ww.}
concernir
dizer respeito a
competir
afgaan, vertrekken, weggaan, zich verwijderen {ww.}
retirar-se
ausentar-se
partir
afastar-se
aangaan, formeren, vormen {ww.}
formar
doodgaan, overlijden, sterven, verscheiden, versmachten {ww.}
morrer
falecer
Ik wil met Getter Jaani sterven.
Quero morrer com Getter Jaani.
De hond is aan het sterven.
O cão está a morrer.
aangaan, aanbelangen, betreffen, verkeren, zich verhouden {ww.}
referir-se
ter relação com

jij gaat aan

afgaan, bezoeken, opzoeken {ww.}
fazer visita
fazer visitas
ir ver
visitar

jij gaat af

gelden, heten, doorgaan, zich aanstellen {ww.}
afectar
fingirafekto

jij gaat door

doorgaan, verder gaan met, vervolgen, voortgaan, voortzetten {ww.}
avançar
continuar
prosseguir

jij gaat door

helen, dichtgaan, toegroeien {ww.}
cicatrizar-se

hij/zij/het gaat dicht

aangaan, afsluiten, contracteren {ww.}
ajustar
fretar
contratar

jij gaat aan

afleggen, aflopen, doorgaan, gaan door {ww.}
atravessar
percorrer

jij gaat door



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Portugees

Hoi, hoe gaat het?

Olá, tudo bem?

Hallo John! Hoe gaat het?

Oi, John! Como vai?

Hoi Mimi! Hoe gaat het?

Oi Mimi! Como vai?

Hoe gaat het met iedereen?

Como todos estão?

Hoe gaat het met mijn vrouw?

Como está a minha esposa?

Hallo John, hoe gaat het met je?

E aí, John, como vai?

Hoe gaat het met u, mevrouw Jones?

Como vai, Srta. Jones?

Hoe gaat het met u? Hebt u een goede reis gehad?

Como você está? Teve uma boa viagem?

Hoe gaat het met je? Ik heb je al tijden niet gezien.

Como você está? Faz um bom tempo que não te vejo!