Vertaling van huren

Inhoud:

Nederlands
Portugees
aannemen, aanwerven, huren, in dienst nemen, tewerkstellen {ww.}
tomar a serviço
engajar
contratar
empregar
assalariar
charteren, huren, afhuren {ww.}
alugar
fretar
Ik wilde een bus huren.
Queria alugar um ônibus.
Ik zou graag een auto willen huren.
Gostaria de alugar um carro.
aanmonstering [v], engagement [o], huur (mv. huren) {zn.}
emprego
huur (mv. huren), huurprijs {zn.}
aluguel


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Portugees

Ik wilde een bus huren.

Queria alugar um ônibus.

Ik zou graag een auto willen huren.

Gostaria de alugar um carro.

Ik zou graag een auto willen huren.

Eu gostaria de alugar um carro.