Vertaling van ja

Inhoud:

Nederlands
Portugees
ja, jawel {bw.}
bem
sim


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Portugees

Ja.

Sim.

Ja, graag.

Sim, com gosto!

Ja, sinaasappelsap, alstublieft.

Sim, suco de laranja, por favor.

Ja, ik spreek Spaans.

Sim, eu falo espanhol.

Nee... Ik bedoel, ja.

Não... quer dizer, sim.

Hij heeft al ja gezegd.

Ele já disse sim.

Is de hemel blauw? Ja.

O céu é azul? Sim.

Ja mag hier niet eten.

Você não pode comer aqui.

"Gaat het?" "Wat...? Ja, het is niets."

"Tudo bem com você?" "Hum... Sim, não é nada."

Ik wil graag ja zeggen, maar...

Gostaria de dizer sim, mas...

Ja, de melk is heel goed.

Sim, o leite está muito bom.

Ja, het gebeurt van tijd tot tijd.

Isso, ocorre de vez em quando.


Gerelateerd aan ja

jawel