Vertaling van keer
feita
voltear
rodar
volver
voltar
virar
fazer parar
Voorbeelden in zinsverband
Dit is de eerste keer.
Essa é a primeira vez.
Dit is de laatste keer.
Esta é a última vez.
Lees het nog een keer.
Leia-o uma vez mais.
Ze eten een keer per week vlees.
Eles comem carne uma vez por semana.
Ik heb "Star Wars" twee keer gezien.
Eu já vi "Star Wars" duas vezes.
De volgende keer doe ik het zelf.
Da próxima vez, eu mesmo o farei.
Hij verdient twee keer zoveel als ik.
Ele ganha o dobro do que eu ganho.
Deze keer zal ik het proberen.
Desta vez vou tentá-lo.
Hij verdient drie keer zoveel als ik.
Ele ganha três vezes mais dinheiro do que eu.
Hij verdient drie keer meer dan ik.
Ele ganha três vezes mais que eu.
De telefoon ging een paar keer over.
O telefone tocou várias vezes.
Ik zwem één keer per week.
Eu nado uma vez por semana.
Ik hoop wel dat je nog een keer komt.
Eu espero que você venha de novo.
Ze is een paar keer naar Hawaï geweest.
Ela já esteve no Havaí várias vezes.
Ik kan me de eerste keer nog herinneren.
Eu me lembro da primeira vez.