Vertaling van klaar

Inhoud:

Nederlands
Portugees
duidelijk, helder, klaar, uitgesproken, zuiver {bn.}
claro
distinto
hel, helder, klaar, licht {bn.}
claro
luminoso
luzente
af, afgelopen, gereed, klaar {bn.}
disposto
prestes
pronto
klaren, volbrengen, voltooien {ww.}
levar ao cabo
acabar


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Portugees

Ik ben klaar.

Estou pronto.

Het ontbijt is klaar.

O café da manhã está pronto.

Het avondeten is klaar.

A janta está pronta.

Ik ben bijna klaar.

Estou quase pronto.

Ben je klaar?

Você terminou?

Is het ontbijt klaar?

O café da manhã está pronto?

Op je plaats, klaar, af!

Uma, duas, meia e já!

Wanneer was je ermee klaar?

Quando você terminou?

Het avondeten is bijna klaar.

O jantar está quase pronto.

Ik ben al klaar met mijn werk.

Eu já terminei meu trabalho.

Maak je klaar voor de toekomst.

Prepare-se para o futuro.

Ik ben net klaar met eten.

Acabo de terminar de comer.

Ik ben klaar met mijn kamer te kuisen.

Eu terminei de limpar o meu quarto.

Ik ben klaar. Wat is de volgende stap?

Terminei. Qual é o próximo passo?

Het leven begint wanneer je klaar bent om het te leven.

A vida começa quando você está pronto para vivê-la.


Gerelateerd aan klaar

duidelijk - helder - uitgesproken - zuiver - hel - licht - af - afgelopen - gereed - klaren - volbrengen - voltooien