Vertaling van kleppen
Inhoud:
Nederlands
Portugees
gaan, kleppen, klinken, overgaan, slaan {ww.}
soar
bater
bater
aflopen, beieren, galmen, kleppen, luiden, schalmen, overgaan {ww.}
vibrar
soar
soar
klep (mv. kleppen), vizier {zn.}
pala
viseiro
viseiro