Vertaling van koel

Inhoud:

Nederlands
Portugees
koel {bn.}
fresco
koel, lauw, lusteloos {bw.}
friamente
insensivelmente
koelen {ww.}
refrigerar
koelen, verkoelen {ww.}
esfriar
arrefecer


Gerelateerd aan koel

lauw - lusteloos - koelen - verkoelen