Vertaling van kus

Inhoud:

Nederlands
Portugees
kus, zoen {zn.}
beijo
Ze gaf me plotseling een kus.
Ela me deu um beijo de repente.
kussen, zoenen {ww.}
beijar
Ik wil je zoenen.
Eu quero te beijar.


Gerelateerd aan kus

zoen - kussen - zoenen