Vertaling van kwaad
Inhoud:
Nederlands
Portugees
euvel , kwaad, misstand, ongemak {zn.}
desvantagem
inconveniente
defeito
inconveniente
defeito
boze , kwade , kwaad {zn.}
mal
beroerd, kwaad, kwalijk, slecht, verkeerd {bn.}
mau
ruim
ruim
belasteren, kwaadspreken, roddelen {ww.}
difamar
injuriar
caluniar
injuriar
caluniar
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Portugees
Hij werd kwaad.
Ele se enraiveceu.
Ben je kwaad?
Você está com raiva?
Wat maakte haar zo kwaad?
O que a fez ficar com tanta raiva?
Hij was te kwaad om te spreken.
Ele estava muito nervoso para falar.
Geld is de wortel van alle kwaad.
O dinheiro é a raiz de todos os males.
Hij zou geen vlieg kwaad doen.
Ele não machucaria nem uma mosca.
Ik denk dat hij kwaad is.
Acho que ele ficou com raiva.
Nee, ik ben niet kwaad op je, ik ben gewoon teleurgesteld.
Não, não estou bravo com você; só estou decepcionado.