Vertaling van leven
ruído
viver
Voorbeelden in zinsverband
Het leven is prachtig!
A vida é bela.
Dat is het leven.
É a vida.
We leven in vrede.
Vivemos em paz.
Het leven is kort.
A vida é curta.
We leven in het atoomtijdperk.
Vivemos na era atômica.
Vissen leven in het water.
Peixes vivem na água.
Hij leefde een eenvoudig leven.
Ele viveu uma vida simples.
Zolang er leven is, is er hoop.
Enquanto houver vida, haverá esperança.
In het bos leven wilde dieren.
Animais selvagens vivem na floresta.
Ik heb geleerd te leven zonder haar.
Eu aprendi a viver sem ela.
Ik wil in een grote stad leven.
Quero morar numa cidade grande.
Waar er leven is, is er hoop.
Onde há vida, há esperança.
Zonder tv kan ik niet leven.
Eu não consigo viver sem uma televisão.
Ze bleef heel haar leven vrijgezel.
Ela se manteve solteira a vida inteira.
Twee gezinnen leven in hetzelfde huis.
Duas famílias vivem na mesma casa.