Vertaling van lezen

Inhoud:

Nederlands
Portugees
lezen {ww.}
ler
Hij kan lezen.
Ele consegue ler.
Hij kan nauwelijks lezen.
Ele mal consegue ler.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Portugees

Hij kan lezen.

Ele consegue ler.

Hij kan nauwelijks lezen.

Ele mal consegue ler.

Je kan niet meer lezen?

Você não pode ler mais?

Een boek lezen is interessant.

Ler um livro é interessante.

Weinig studenten kunnen Latijn lezen.

Poucos estudantes sabem ler em latim.

Zelfs kinderen kunnen dit boek lezen.

Até crianças podem ler esse livro.

Ik ben in staat Engels te lezen.

Eu sei ler em inglês.

Ze vroeg me vijf gedichten te lezen.

Ela me pediu que lesse cinco poemas.

Ik ben de krant aan het lezen.

Eu estou lendo o jornal.

Hij stopte met het lezen van kranten.

Ele parou de ler jornais.

Wat ben je aan het lezen?

O que você está lendo?

Ze vroeg me vijf gedichten te lezen.

Ele me pediu para ler cinco poemas.

Hij heeft meer boeken dan hij kan lezen.

Ele tem mais livros do que o que pode ler.

Het is belangrijk om veel boeken te lezen.

É importante ler muitos livros.

Het is verboden te lezen in deze bibliotheek.

É proibido ler nesta biblioteca.