Vertaling van logen
Inhoud:
Nederlands
Portugees
de was doen, logen, wassen {ww.}
lavar
Ik ga mijn auto wassen.
Eu vou lavar meu carro.
Je moet je handen wassen.
Você precisa lavar as suas mãos.
liegen {ww.}
mentir
faltar à verdade
faltar à verdade
Hij haatte liegen.
Ele odiava mentir.
De waarheid zeggen is veel gemakkelijker dan liegen.
Dizer a verdade é bem mais fácil que mentir.
alkali , loog (mv. logen) {zn.}
álcali