Vertaling van lopen

Inhoud:

Nederlands
Portugees
lopen, marcheren {ww.}
caminhar
marchar
andar
We moeten nog tien mijl lopen voor zonsondergang.
Temos que caminhar mais dez milhas antes do poente.
lopen, reiken, zich uitstrekken {ww.}
estender-se
desdobrar-se
lopen, stromen, vlieten, vloeien {ww.}
correr
fluir
Lopen is goed voor je gezondheid.
Correr faz bem à saúde.
Hij kon niet heel snel lopen.
Ele não podia correr tão rápido.
lopen, schrijden, stappen, treden {ww.}
caminhar
dar um passo
andar
aan de wandel zijn, lopen, tippelen, wandelen {ww.}
passear
gaan, lopen, van stapel lopen, verlopen, zich begeven {ww.}
ir
caminhar
andar
Ik wil niet alleen gaan.
Não quero ir sozinho.
Wij moeten naar school gaan.
Precisamos ir à escola.
gaan, lopen, te voet gaan {ww.}
ir à pé
buis [v], kanaal [o], loop (mv. lopen) [m], pijp [v], roer [o], steel [m] {zn.}
canudo
tubo
cano
stroming [v], loop (mv. lopen) [m], stroom [m] {zn.}
corrente
fluxo


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Portugees

Ik kan niet verder lopen.

Eu não consigo ir mais longe.

Hij kon niet heel snel lopen.

Ele não podia correr tão rápido.

Lopen is goed voor je gezondheid.

Correr faz bem à saúde.

Ik wil niet het risico lopen het te verliezen.

Eu não quero correr o risco de perdê-la.

Over het algemeen lopen mannen sneller dan vrouwen.

No geral, os homens correm mais rápidos do que as mulheres.

We moeten nog tien mijl lopen voor zonsondergang.

Temos que caminhar mais dez milhas antes do poente.