Vertaling van los
Inhoud:
Nederlands
Portugees
los, onbelemmerd, onbezet, open, vlot, vrij, vrijgesteld {bn.}
livre
los, slap {bn.}
frouxo
bambo
bambo
afgezonderd, afzonderlijk, bijzonder, los, apart, separaat, los van elkaar {bn.}
avulso
especial
isolado
particular
peculiar
reservado
especial
isolado
particular
peculiar
reservado
beweegbaar, los, mobiel, roerend {bn.}
móbil
móvel
móvel
lossen, ontschepen {ww.}
desembarcar
afladen, lossen, uitladen {ww.}
descarregar
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Portugees
Ik heb familie in Los Angeles.
Tenho parentes em Los Angeles.
Ik heb familie in Los Angeles.
Tenho parentes em Los Angeles.