Vertaling van louter
Inhoud:
Nederlands
Portugees
bloot, enkel, louter {bn.}
mero
simples
só
simples
só
alleen, enig, louter, verlaten {bn.}
isolado
só
sozinho
único
só
sozinho
único
helder, louter, schoon, proper, puur, rein, zindelijk, zuiver {bn.}
castiço
limpo
puro
limpo
puro
louteren, reinigen, schoonmaken, vegen, zuiveren {ww.}
limpar
purificar
assear
purificar
assear
Ik wil het huis schoonmaken voor mijn ouders komen.
Quero limpar a casa antes que os meus pais cheguem.
louteren, raffineren, verfijnen {ww.}
apurar
refinar
acrisolar
refinar
acrisolar